Financiële motieven en niet-financiële motieven

Financiële motieven en niet-financiële motieven!

A. Financiële motieven:

Geld is een basismotivator voor alle werknemers, omdat de primaire behoeften alleen met geld moeten worden vervuld. Geld is echter geen doel; het dient alleen als een middel om de minimale levensstandaard te bereiken. Financiële prikkels kunnen worden onderverdeeld in twee soorten (a) individuele financiële prikkels en (b) collectieve financiële prikkels.

Alle financiële prikkels die een individu ertoe aanzetten meer te produceren (bijv. De aanmoedingsplannen van Halsey, Rowan en Taylor) zijn individuele financiële prikkels, terwijl een collectieve prikkel wordt gegeven aan een groep (bijv. Bonus, winstdeling, enz.)

B. Niet-financiële motieven:

Deze omvatten het volgende:

1. Deelname:

Ondergeschikte personeelsleden moeten worden geassocieerd met het besluitvormingsproces. Medewerkers moeten worden aangemoedigd om deel te nemen aan het besluitvormingsproces.

2. Job Enrichment:

Werknemers moeten hun doelen kunnen bepalen, zodat ze een persoonlijke verantwoordelijkheid hebben voor het bereiken van de taak. Ze moeten meer speelruimte krijgen bij het beslissen over bepaalde routinekwesties. Er moet worden gestreefd naar een trots beroep bij medewerkers. Dit alles resulteert in jobverrijking.

3. Integratie van de communicatiestroom:

Als er een goede communicatie is tussen de werknemers of tussen het management en de werknemers, fungeert het als een motivator. Laat alle werknemers voldoende informatie krijgen om hun problemen op te lossen.

Het is heel belangrijk dat werknemers weten wat er in de onderneming aan de hand is. Opwaartse communicatie is zeer essentieel omdat het antwoord op verschillende beleidsmaatregelen en programma's weerspiegelt.

4. Positieve versterking:

De prestaties van werknemers nemen veel toe wanneer er een positieve versterking is onder de werknemers door het management. Dergelijke begeleiding verbetert van tijd tot tijd de vitaliteit en efficiëntie van werknemers. Soms is lof over werk een geweldige motivator voor een werknemer.

5. Arbeidsvoorwaarden:

Naast loon fungeren andere arbeidsvoorwaarden ook als motivator, bijvoorbeeld status, promotiekansen, verantwoordelijkheid, werkzekerheid enz.

6. Gunstige werkomgeving:

Zowel de fysieke als mentale omgeving moet zodanig zijn dat er een gunstige werkomgeving is. Het management moet proberen de irriterende stoffen die in de werkomgeving kruipen te verwijderen.

7. Moraal bouwen:

Hoog en laag moreel is direct gerelateerd aan hogere productie en lage productie respectievelijk. Wanneer aan de fysiologische en psychologische behoeften van de arbeiders wordt voldaan, is hun moreel hoog. Wanneer het moreel laag is, moet het management de verantwoordelijke factoren analyseren en onmiddellijk actie ondernemen.

8. Leiderschap stimuleren:

Leiderschap kan worden gedefinieerd in termen van de totaliteit van functies die door leidinggevenden als individu en als groep worden uitgevoerd. Het succes of falen van een organisatie hangt in grote mate af van de administratieve capaciteit en motivatie van zijn topleiderschap. Een goede leider motiveert zijn werknemers voor een hoog prestatieniveau.