Verschil tussen absoluut en comparatief voordeel van internationale handel

Absolute voorsprong:

Vroeger dacht men dat de meeste internationale handel gebaseerd was op wat absoluut voordeel wordt genoemd. Dit is eigenlijk niet het geval, hoewel het wel rekening houdt met een deel van de internationale handel. Een land heeft een absoluut voordeel bij het produceren van een product, als het dit met minder middelen kan produceren dan andere landen. Tabel 1 laat zien dat Kenia een absoluut voordeel heeft bij het produceren van tuinbouwproducten, terwijl Hongarije hetzelfde geniet in machines.

Tabel 1 Output per werknemer per dag:

Als Kenia is gespecialiseerd in tuinbouwproducten en Hongarije is gespecialiseerd in machines, zal de totale productie toenemen. Kenia kan dan tuinbouwproducten en importmachines exporteren, terwijl Hongarije machines kan exporteren en tuinbouwproducten kan importeren. Door zich te specialiseren en te handelen, verbeteren de landen de internationale toewijzing van middelen.

Comparatief voordeel:

Het is eerder een comparatief voordeel dan een absoluut voordeel dat het grootste deel van de internationale handel is gebaseerd. Van een land wordt gezegd dat het een comparatief voordeel heeft bij het produceren van een product, als het de bijbehorende alternatieve kosten kan verlagen.

Vergelijkend voordeel legt uit hoe twee landen kunnen profiteren van de internationale handel, zelfs als men beter in staat is om alle producten te produceren dan het andere land. Tabel 2 laat zien dat Duitsland beter is in produceren, zowel auto's als chemicaliën, dan in Nederland.

Tabel 2 Output per werknemer per dag:

Duitsland kan vier keer zoveel auto's maken als Italië, maar slechts twee keer zoveel chemicaliën. De alternatieve kosten voor het produceren van een auto zijn lager in Duitsland dan in Italië. Het is 100 chemicaliën in Duitsland, terwijl; in Italië zijn het 200 chemicaliën. Het relatieve voordeel van Duitsland ligt dus in auto's.

Hoewel Italië een absoluut nadeel heeft bij de productie van beide producten, heeft het een comparatief voordeel bij het maken van chemicaliën. De opportuniteitskosten voor het maken van één eenheid chemicaliën zijn 1/200 e van een auto, terwijl het 1/100 e van een auto in Duitsland is. Dus Duitsland zou zich moeten specialiseren in het maken van auto's en Italië zou zich moeten concentreren op het produceren van chemicaliën. Duitsland zou auto's en importchemicaliën moeten exporteren en Italië zou chemicaliën en importwagens moeten exporteren.