10 Principes van coöperatieven - uitgelegd!

(i) Vrijwillig lidmaatschap:

Het staat iedereen vrij de coöperatieve vennootschap binnen te treden of te verlaten wanneer en wanneer hij dat wenst. Niemand wordt gedwongen lid te worden van een coöperatieve vereniging. De leden zijn ook vrij om al dan niet gebruik te maken van de diensten van de vereniging. Hoewel er geen limiet is aan het lidmaatschap van de samenleving, worden soms bepaalde limieten opgelegd om de samenleving als een werkbare groep te houden.

Consumentencoöperaties beperken het lidmaatschap niet, maar marketingcoöperaties, producentencoöperaties, verzekeringsmaatschappijen enz. Kunnen het lidmaatschap beperken tot een aantal dat behoorlijk beheersbaar is. Vrijwillig lidmaatschap is het belangrijkste ingrediënt van samenwerking. Iedereen die lid van een samenleving wil worden, mag dat doen. Het vrijwillige lidmaatschap is verantwoordelijk geweest voor het succes van de coöperatieve beweging.

(ii) Politieke en religieuze neutraliteit:

Het lidmaatschap van een coöperatieve vennootschap is open voor iedereen, ongeacht religie, kaste, credo, kleur of politieke overtuiging. De coöperatieve beweging kan alleen een groot lidmaatschap aantrekken door buiten de politiek te blijven waar mensen meningen hebben verdeeld.

Coöperaties vertegenwoordigen universele broederschap en het mag zijn weg in politieke tegenstellingen niet verliezen. Er is geen plaats voor kaste of discriminatie in coöperaties. Het primaire doel van coöperaties is om haar leden te dienen. Coöperatieve maatschappijen zijn dus neutraal wat betreft politieke en religieuze voorkeuren.

(iii) Democratisch management:

Het management van een coöperatieve vennootschap is altijd op democratische wijze. Alle leden van een samenleving kiezen een lichaam van personen om de dagelijkse werking van de maatschappij uit te voeren en te controleren '. De leden ontmoeten elkaar regelmatig en geven richtlijnen aan de uitvoerende macht.

Het management wordt gekozen via éénmansstemming met één man. Het dagelijkse werk wordt uitgevoerd door deskundige personen, maar de uiteindelijke controle ligt bij de leden. In een cc-operatie is democratie meer dan een systeem; het is een voorwaarde voor het succes van zijn bedrijf. Coöperatief zakendoen staat of valt met democratie.

(iv) One Man, One Vote:

In coöperatieve maatschappijen krijgt elk lid één stem, ongeacht zijn bijdrage aan de basis van het aantal aandelen dat een persoon bezit. Dus hebben personen met een groot aantal aandelen de controle over de organisatie. In een coöperatie kan niemand de maatschappij beheersen op basis van zijn rijkdom. Alle leden hebben een gelijke stem in het beheer van de samenleving.

(v) Service Motief:

Het primaire doel van coöperatieve vennootschappen is om hun leden van dienst te zijn. Het doel is niet om winst te maken, zoals het geval is in alle andere vormen van organisaties. De dienst aan leden is het fundamentele doel van coöperatieve maatschappijen. De verenigingen verdienen een kleine hoeveelheid winst om administratieve uitgaven te dekken. De winst wordt over het algemeen verdiend wanneer goederen worden verkocht aan niet-leden.

(vi) Verdeling van het surplus:

De samenlevingen verdienen een overschot van hun diensten. Dit overschot is niet verdeeld volgens het ingebrachte kapitaal. Het wordt verdeeld op basis van aankopen door de leden in het geval van consumentencoöperaties en op basis van goederen die aan de samenleving worden geleverd voor verkoop in het geval van producentencoöperaties. De Indian Co-operative Societies Act heeft richtlijnen gegeven voor de verdeling van het overschot.

Een bepaald percentage wordt betaald in de vorm van dividend op kapitaalbijdragen. Op dit moment mag dit percentage niet meer dan 9% bedragen. Een vierde deel van het overschot moet als reserve in de samenleving worden bewaard en tot 10% van het overschot moet worden uitgegeven voor het algemeen welzijn van de leden. Dus elk overschot dat voortkomt uit de werking van de samenleving wordt ofwel aan de leden uitgedeeld of wordt besteed aan hun welzijn.

(vii) Cash Trading:

Een ander principe van coöperatieve vennootschappen is handelen op 'Cash-basis'. Coöperaties bloeien alleen als het principe van cash trading strikt wordt gevolgd. Handel in contanten zorgt voor economie voor de coöperaties. Het elimineert dubieuze debiteuren en incassokosten. Kredietsysteem vermindert werkkapitaal van de samenlevingen. Bij het verlenen van krediet is er een kans op enige vorm van discriminatie die kan leiden tot misverstanden tussen leden. De samenlevingen kunnen een uitzondering maken op deze regel voor het helpen van behoeftige leden, maar over het algemeen wordt het beginsel van de handel in contanten gevolgd.

(viii) Beperkte rente op investeringen:

De pioniers van de coöperatieve beweging willen een bepaald percentage geven over de kapitaalinbreng in de vorm van dividend. Dit is een stimulans voor leden om geld te houden met de maatschappij als deposito's. In India kan maximaal 9 procent per jaar worden betaald als rente op bijdragen aan de samenleving. Dit is een eerste aanslag op de overschotten van de samenleving.

(ix) Staatscontrole:

De coöperatieve vennootschappen moeten bepaalde regels en voorschriften volgen die door de overheid zijn opgesteld. In India zijn alle coöperatieve vennootschappen geregistreerd volgens de Indian Co-operative Societies Act of de respectievelijke coöperatieve wetten van de staat. De overheid geeft een aantal prikkels voor de promotie van coöperaties. Er is een controle van centrale en deelstaatregeringen op de werking van coöperatieve maatschappijen in India.

(x) Coöperatief onderwijs en opleiding:

Het succes van een coöperatie hangt af van het bewustzijn van haar leden ten aanzien van de principes van samenwerking. De leden moeten goed worden voorgelicht over de doelstellingen van de samenleving, zodat zij eensgezind kunnen werken. De leden moeten worden opgeleid om verschillende activiteiten van de samenleving uit te voeren. Dus een goede opleiding en training van leden zal bijdragen aan het succes van coöperatieve beweging.