Reproductie in organismen: het is betekenis, belang en levensduur

Reproductie in organismen: het is betekenis, belang en levensduur!

Betekenis:

Er is een grote verscheidenheid aan levende organismen op aarde. De planten en dieren zijn levende hoofdorganismen. De groep bestaande uit planten en dieren is zo groot en er zijn zoveel organismen. Alle organismen verschillen in vorm en structuur. Sommige planten zijn klein, weer anderen zijn groot. Sommige dieren bestaan ​​op het land, andere leven in water. Sommige planten worden gekweekt in potten, sommige zijn grote bomen.

Alle orgaansystemen, behalve de voortplantingssystemen, helpen het organisme om in leven te blijven onder verschillende omstandigheden van de omgeving. Alle organismen groeien en na een bepaalde periode van leven komen ze om. Vóór de dood proberen de planten en dieren hun soort voort te zetten. De organismen produceren de individuen zoals zij. Het proces waarbij de soort wordt voortgezet, wordt reproductie genoemd.

Belang van reproductie:

Voortplanting is een belangrijk kenmerk van levende organismen. Het is een essentieel levensproces dat niet alleen helpt om te overleven, maar ook helpt bij de continuïteit van dat ras en groepssterfelijkheid, zoals door voortplanting. Jongeren vervangen de oude en stervende.

Deze jongeren voeden, groeien en reproduceren opnieuw. Reproductie helpt ook bij het vergroten van de populatie van de soort. Voortplanting werkt als een vehikel van organische evolutie door voordelige variaties door te geven aan het nageslacht.

Levensduur:

De periode vanaf de geboorte tot de natuurlijke dood van een organisme vertegenwoordigt de levensduur. Elk organisme heeft een specifieke gemiddelde levensduur. Het betekent dat elk organisme groeit en leeft voor een bepaalde tijd. De levensduur kan variëren van één dag tot 4000 jaar.

De levensduur is afhankelijk van vier fasen:

(i) jeugdigheid:

Dit vertegenwoordigt het stadium waarin het organisme het vermogen tot voortplanting ontwikkelt.

(ii) Volwassenheid:

In deze fase begint de reproductie.

(iii) Veroudering en veroudering:

Progressieve verslechtering van het lichaam van een levend wezen wordt veroudering genoemd. Het terminale onomkeerbare stadium van veroudering staat bekend als senescentie.

(iv) Dood:

In de dood is er een permanente stopzetting van alle vitale activiteiten. De levensduur van de eendagsvlieg is slechts één dag. Huisvlieg heeft een levensduur van 1-4 maanden. Leeuw leeft ongeveer 25 jaar. Insecten leven een paar maanden. Olifant leeft tot de leeftijd van 90 jaar. De Banyan-boom kan meer dan 200 jaar oud zijn.

Grote Indiase banyanboom bevindt zich in de Indiase botanische tuin van Howrah. Evenzo is er een andere grote en oude banyanboom aanwezig in Ketohalli in Bangalore. Butterfly heeft een levensduur van 1-2 weken. Schildpad leeft tot 150 jaar. Crow heeft een levensduur van 15 jaar. Krokodil leeft tot 60 jaar. Papegaai heeft een levensduur van 150 jaar.