Monetaire en niet-monetaire motivatiefactoren

Monetaire en niet-monetaire motivatiefactoren!

De motiverende factoren die een persoon motiveren om te werken en die kunnen worden gebruikt om hun prestaties te verbeteren, kunnen worden onderverdeeld in twee categorieën - monetaire factoren en niet-monetaire factoren (tabel 7.1).

Monetaire factoren:

Monetaire factoren zijn extrinsiek om te werken, zoals de volgende:

1. Salaris of lonen:

Dit is een van de belangrijkste motiverende factoren in een organisatie. Salarissen en lonen moeten redelijk worden vastgesteld en op tijd worden betaald.

2. Bonus:

Bonus is een extra betaling bovenop het salaris en het is een stimulans om beter te presteren. Het is gekoppeld aan de winstgevendheid en productiviteit van de organisatie.

3. Financiële prikkels:

De organisatie biedt extra stimulansen voor hun werknemers, zoals medische tegemoetkoming, reiskostenvergoeding, huurtoeslag, een toeslag voor kinderen en een schooltoelage voor kinderen.

4. Promotie (monetair gedeelte):

Promotie is gekoppeld aan een verhoging van de beloning en dit motiveert de werknemer om beter te presteren.

5. Winstdeling:

Dit is een regeling waarbij organisaties compensatie verdelen op basis van een gevestigde formule die is ontworpen rond de winstgevendheid van het bedrijf.

6. Aandelenoptie:

Dit is een systeem waarbij de werknemer aandelen op preferentiële basis ontvangt, wat resulteert in financiële voordelen voor de werknemers.

Niet-monetaire factoren:

Niet-monetaire factoren zijn intrinsieke voordelen voor werk, zoals de volgende:

1. Status:

Een medewerker wordt gemotiveerd door een betere status en aanduiding. Organisaties moeten functietitels aanbieden die het belang van de functie weergeven.

2. Waardering en erkenning:

Medewerkers moeten worden gewaardeerd en redelijkerwijs worden gecompenseerd voor al hun prestaties en bijdragen.

3. Work-life balans:

Medewerkers moeten in staat zijn om de twee belangrijke segmenten van hun leven en werk in balans te brengen. Deze balans zorgt ervoor dat ze de kwaliteit van werk en leven waarborgen. Een uitgebalanceerde medewerker is een gemotiveerde medewerker.

4. Delegatie:

Delegatie van bevoegdheden bevordert toewijding en betrokkenheid bij medewerkers. Medewerkers zijn er zeker van dat hun werkgever vertrouwen heeft in hen en dit motiveert hen om beter te presteren.

5. Arbeidsomstandigheden:

Gezonde arbeidsomstandigheden zoals goede ventilatie, goede verlichting en goede sanitaire voorzieningen verbeteren de werkprestaties van werknemers.

6. Jobverrijking:

Dit biedt medewerkers meer uitdagende taken en verantwoordelijkheden. Het werk van de werknemer wordt zinvoller en bevredigender.

7. Jobbeveiliging:

Dit bevordert de betrokkenheid van medewerkers en betere prestaties. Een werknemer mag niet gedurende een lange periode op tijdelijke basis worden vastgehouden.