Saponineglycosiden: eigenschappen, typen en andere details

Saponineglycosiden zijn de glycosiden van de plant die een duidelijke eigenschap bezitten dat ze zeepachtig schuim vormen in water. Daarom worden ze grotendeels gebruikt als detergentia. Saponinen bij hydrolyse geven suikers (glucose, galactose, rhamnose of xylose, etc.) en aglyconen (sapogenine). Chemisch gezien worden sapogeninen gekenmerkt door de aanwezigheid van een spiroketale zijketen. Saponinen zijn ook gebruikt in medicijnen, schuimmiddelen, in brandblussers en visvergiften.

Vissers worden gedood door sapogeninen in water te introduceren, maar ze worden niet oneetbaar gemaakt, omdat de saponinen niet toxisch zijn voor de mens wanneer ze oraal worden gegeven (het is natuurlijk giftig als het intraveneus wordt gebruikt omdat het onder dergelijke omstandigheden hemolyse veroorzaakt).

Eigenschappen van saponine glycosiden:

Saponinen zijn meestal amorf van aard, oplosbaar in alcohol en water, maar onoplosbaar in niet-polaire organische oplosmiddelen zoals benzeen, n-hexaan, enz.

Saponinen hebben ook bepaalde speciale eigenschappen:

1. Een waterige oplossing schuimt bij schudden.

2. Een waterige oplossing absorbeert en houdt in oplossing een gasvolume (bijv. Kooldioxide) dat een aantal malen groter is dan dat gas dat door een gelijk volume water wordt geabsorbeerd.

3. Een waterige oplossing, geschud met olie en vetten, produceert een emulsie die stabiel is gedurende een korte tijd, variërend van enkele minuten tot een uur of meer. Emulgering wordt veroorzaakt doordat de saponine de oppervlaktespanning tussen de olie en het water verlaagt.

4. Een waterige oplossing toegevoegd aan rode bloedlichaampjes veroorzaakt hemolyse, bijv. Desintegratie en oplossing van de bloedlichaampjes om een ​​heldere rode vloeistof te vormen.

Classificatie van saponinen:

Ze zijn in twee groepen ingedeeld:

I. Tetracyclische triterpenoïde spaoninen:

(a) Dioscorea-schors - Diosgenin

(b) Solanum Berries- Solasodine

(c) Aspergeswortels - Sarsapogenin

II. Pentacyclische triterpenoïde saponinen

(a) Ginseng-Gingenoside

(b) Zoethout - Glycyrrhizin

(c) Senega-Senegina-II

(d) Quillaja - Quillaia

(e) Sarsaparilla-Sarsapogenin

Chemische tests voor saponine glycosiden:

1. Schuimtest:

Schud het medicijnextract of droog poeder krachtig met water. Aanhoudende schuim waargenomen.

2. Hemolytische test:

Voeg druivenextract of droog poeder toe aan één druppel bloed op glasplaatje. Hemolytische zone verschijnt.

Isolatie van Diosgenin: