Een goede marketingorganisatie creëren (15 stappen)

1. Eenvoud:

De structuur van de marketingorganisatie moet eenvoudig te begrijpen en toe te passen zijn. Het moet vrij zijn van onnodige verfijning of complexiteit.

2. Flexibiliteit:

Een goede organisatie is er een die flexibel moet zijn, vrij van rigiditeit. Marketing organisatiestructuur moet in staat zijn om te gaan met de steeds veranderende zakelijke omgeving. De marketingmanager moet het gemakkelijk vinden om de nodige wijzigingen aan te brengen om aan te passen aan interne en externe behoeften, of om uitdagende en absorberende mogelijkheden het hoofd te bieden.

3. Stabiliteit of principe van continuïteit:

Organisatie moet stabiel zijn. De structuur moet voor een langere periode worden gebruikt. Het kan kleine veranderingen ondergaan, maar de basisstructuur moet van permanente aard zijn.

4. Geschiktheid:

Voor het maximaliseren van de bijdrage moet de organisatie geschikt zijn. Geschiktheid is een relatieve term en kan worden besproken met verwijzing naar een individuele bedrijfseenheid. Geschiktheidsbeginsel suggereert dat de structuur geschikt moet zijn voor de algemene omstandigheden van de bedrijfseenheid. Het is duidelijker dat kan worden gesteld dat de organisatie geschikt moet zijn met doelstellingen, omvang, producten en werkgebied, aard van het bedrijf, middelen, activiteiten en andere relevante criteria.

5. Voorziening voor topmanagement:

Topmanagement is essentieel om de inspanningen van de marketingafdeling te begeleiden, te superviseren, te coördineren en te controleren. Het is het toplichaam in de bedrijfsorganisatie. Daarom moet er sprake zijn van topmanagement voor effectieve werking van de gehele marketingorganisatie.

6. Belang van het menselijke element:

Organisatie moet een belangrijke rol van het menselijke element accepteren. Mensen in de organisatie moeten centraal worden geplaatst. Het moet in staat zijn om in menselijke behoeften te voorzien, hen te motiveren en hun gedrag te beheersen. Kortom, een marketingorganisatie moet in staat zijn om het werk gedaan te krijgen door mensen.

7. Specialisatie:

Het specialisatiebeginsel suggereert dat vergelijkbare soorten activiteiten moeten worden uitgevoerd onder één functie of afdeling. Evenzo moet elke specifieke functie of een reeks activiteiten worden uitgevoerd door een gekwalificeerde, ervaren en capabele manager. Specialisatie resulteert in een hoge mate van efficiëntie. Marketing research manager voert bijvoorbeeld alle relevante activiteiten uit met betrekking tot marketingonderzoek.

8. Duidelijke en onverbroken lijn van autoriteit:

Het principe leidt die bevoegdheidsregel van boven naar beneden duidelijk en moet ongebroken blijven. Dit vergemakkelijkt snelle actie en betere coördinatie.

9. Eenheid van richting en opdracht:

Dit is een belangrijk principe. Eenheid van richting houdt in dat soortgelijke soorten activiteiten door één manager onder één functie / hoofd moeten worden geleid. Overwegende dat de eenheid van commando gidsen dat elke ondergeschikte moet orders, instructies en richtlijnen ontvangen van slechts een superieur en is alleen verantwoordelijk aan die superieur. Het suggereert dat een ondergeschikte één baas moet hebben.

10. Evenwicht - Autoriteit en verantwoordelijkheid:

Het beginsel van evenwicht leidt een evenwichtige benadering tussen verantwoordelijkheid en autoriteit. Autoriteit moet niet meer, noch minder zijn dan verantwoordelijkheid. Autoriteit moet precies gelijk zijn aan de verantwoordelijkheid.

11. Toepassing van de absolute waarde van ultieme verantwoordelijkheid:

De organisatiestructuur moet zodanig zijn dat de eindverantwoordelijkheid kan worden vastgesteld. Voor het uiteindelijke resultaat moet iemand verantwoordelijk worden gehouden. Autoriteit kan worden gedelegeerd, geen verantwoordelijkheid. Superieure afgevaardigden aan ondergeschikten, maar is verantwoordelijk voor de uiteindelijke uitvoering van zijn ondergeschikten.

12. Goede nadruk op de functie van het personeel:

Personeel betekent een team / groep van deskundigen. Voor een effectieve uitvoering van verschillende activiteiten moet er een goede personeelsfunctie zijn. De medewerkers begeleiden de lijnmanagers bij het nemen van beslissingen. Correct gebruik van personeel kan bijdragen aan de algehele efficiëntie.

13. Minimaal mogelijke niveaus:

Voor zover mogelijk moet het aantal niveaus binnen de marketingafdeling zo minimaal mogelijk zijn. Minimumniveaus vergemakkelijken soepele communicatie en snelle acties. Complexiteit kan ook worden geminimaliseerd.

14. Juiste spanwijdte van controle:

Span of control, ook wel span of management genoemd, geeft aan hoeveel ondergeschikten effectief kunnen worden bestuurd en bestuurd door één meerdere. De span of control hangt af van een aantal factoren. In de meeste gevallen kunnen echter 6 tot 9 ondergeschikten worden gezegd als een ideale span of control. Dit principe moet worden overwogen bij het ontwerpen van een marketingorganisatie.

15. Andere principes / eigenschappen:

De lijst lijkt veel tijdrovend. Enkele minder belangrijke principes of kwaliteiten van een goede organisatie zijn net vermeld als onder:

(a) Duidelijkheid en precisie

(b) Economie / efficiëntie

(c) Objectiviteit - zonder vooroordelen

(d) Coördinatie

(e) Het verstrekken van feedback of beoordeling

(f) Faciliteit voor opleiding en ontwikkeling

De lijst is niet compleet. Er moeten meer principes zijn. Elke manager, die zich bezighoudt met het dagelijkse werk, kan dergelijke principes ook ontwikkelen. Managers moeten kennis hebben van deze principes. Al deze principes zijn niet even relevant voor alle organisaties. Men moet alleen relevante principes toepassen voor betere prestaties.