Koper: verschillende vormen en het nut ervan

Koper: verschillende vormen en het nut ervan!

Koper is een zacht bruin metaal dat bijna alleen in stollings- en metamorfe gesteenten wordt aangetroffen. Het was een van de vroegste metalen die de mens gebruikte, omdat het vaak in zuivere staat voorkomt en omdat het heel gemakkelijk bewerkt kan worden.

Het gebruik van koper werd al in 5000 voor Christus en in het Verre Oosten rond 2500 voor Christus geregistreerd in Egypte. Het werd ook op grote schaal gebruikt in Cyprus, waardoor het eiland zijn naam kreeg.

Koper is helaas erg zacht, maar door tin te mengen met koper, kan brons worden verkregen, dat is harder en harder dan zuiver koper en meer geschikt voor wapens en gereedschappen. De Bronstijd in de geschiedenis betekende dus een belangrijke mijlpaal in de vooruitgang van de menselijke beschaving voor metalen die op grote schaal werd gebruikt.

De huidige industriële betekenis van koper begon alleen met de uitvinding van elektriciteit.

Koper is nuttig vanwege zijn verschillende voordelen. Koper wordt gebruikt in:

(i) Elektrotechniek

(ii) Metallurgische industrieën

(iii) Maken van legeringen

(iv) Anderen zoals voor het maken van buizen, pijpen, pompen, radiatoren en boilers. Het wordt ook gebruikt bij het solderen, lassen en solderen en voor een aantrekkelijk uiterlijk in een breed scala aan decoratieve toepassingen.

Koper komt in drie vormen voor:

(i) Als natuurlijk metaal in zijn zuivere staat.

(ii) als oxiden, en

(iii) Als sulfide. Commerciële koperertsen worden niet verkregen uit koperoxiden of kopersulfiden met een kopergehalte van 2 tot 6 procent. De meeste kopermijnen worden volgens de open-castmethode gebruikt en zijn sterk gemechaniseerd.