Sociale invloed en groepsprocessen

1. Beschrijf de factoren die groepsvorming faciliteren:

Ans.De volgende factoren vergemakkelijken de groepsvorming:

(i) Nabijheid:

Herhaalde interacties met dezelfde set individuen geven ons een kans om hen en hun interesses en attitudes te kennen. Gemeenschappelijke interesses, attitudes en achtergrond zijn belangrijke determinanten van uw voorkeur voor uw groepsleden.

(ii) Gelijksoortigheid:

Wanneer twee mensen op elkaar lijken, is er consistentie en ze beginnen elkaar leuk te vinden. Wanneer we soortgelijke mensen ontmoeten, versterken en valideren we onze meningen en waarden en daarom beginnen we ze te waarderen. Je voelt bijvoorbeeld dat het kijken naar tv niet goed is en als je iemand ontmoet met dezelfde opvattingen, valideert het jouw mening en begin je de persoon aardig te vinden.

(iii) Gemeenschappelijke motieven en doelen:

Wanneer mensen gemeenschappelijke motieven of doelen hebben, komen ze bij elkaar en vormen ze een groep. U wilt bijvoorbeeld kinderen in een sloppenwijk onderwijzen en gelijkgestemde mensen ontmoeten die u helpen uw doel te bereiken.

2. Waarom gedragen mensen zich volgens de groepsnormen?

Ans. Mensen gedragen zich volgens de groepsnormen vanwege de volgende redenen:

(i) Normen verschaffen informatie aan leden van een groep over wat van hen wordt verwacht in specifieke situaties.

(ii) Mensen voelen zich ongemakkelijk als ze anders worden beschouwd dan anderen. Zich gedragen op een manier die afwijkt van de verwachte gedragsvorm kan leiden tot afkeuring of afkeer van anderen, wat een vorm van sociale straf is.

(iii) Norm wordt gezien als een weerspiegeling van de opvattingen en overtuigingen van de meerderheid. De meeste mensen geloven dat de meerderheid waarschijnlijker gelijk heeft dan verkeerd.

3. Maak onderscheid tussen formele en informele groepen:

Ans. (i) De vorming van formele groepen is gebaseerd op een aantal specifieke regels of wetten en de leden hebben een duidelijke rol. Er is een reeks normen die helpen bij het vaststellen van de orde. Aan de andere kant is de vorming van informele groepen niet gebaseerd op regels of wetten.

(ii) Relatie tussen leden in formele groepen is niet dichtbij. Aan de andere kant bestaat er een nauwe relatie tussen leden van een informele groep.

(iii) Een universiteit is bijvoorbeeld een formele groep, terwijl familie een informele groep is.

4. Waarom doen mensen mee? Hoe verschilt conformiteit van Compliance?

Leg uit.

Ans . Mensen voldoen aan de volgende redenen:

(i) Het stelt mensen in staat om soepel te functioneren door zich te houden aan groepsnormen.

(ii) Mensen die zich op een andere manier gedragen, kunnen leiden tot afkeuring.

(iii) De norm wordt gezien als een weergave van opvattingen en overtuigingen van de meerderheid. De meeste mensen geloven dat de meerderheid waarschijnlijker gelijk heeft.

Voorbeeld van overeenstemming:

Op school wordt een regel aangekondigd die mobiele telefoons op school verbiedt. Je weet dat als je de brief niet ondertekent, je veel vrienden verliest en een slechte naam krijgt om de eenheid van de student te behouden. Daarom voldoet u aan de groepsnorm door de brief te ondertekenen, dat wil zeggen verwachtingen van andere groepsleden, zodat u niet als afwijkend wordt opgemerkt.

Conformiteit betekent zich gedragen volgens de groepsnorm, terwijl naleving een antwoord is op een verzoek van iemand.

Voorbeeld van naleving:

U wordt gevraagd om een ​​sticker op uw fiets te plaatsen met de tekst 'Zeg nee tegen plastic zakken'. U stemt ermee in dit te doen, niet vanwege de groepsnorm of omdat u persoonlijk gelooft in het verbannen van plastic zakken, maar omdat u geen schade of problemen ziet bij het plaatsen van dergelijke stickers.

5. Wat zijn de technieken van Compliance?

Ans. De nalevingsmethoden zijn de volgende:

(i) Techniek om door de deur te gaan:

Een persoon begint met een klein verzoek en vervolgens wordt er een groter verzoek ingediend. Iemand kan bijvoorbeeld een geschenk (iets gratis) aangeboden krijgen door een bedrijf en vervolgens met een verzoek om een ​​product te kopen dat door het bedrijf is gemaakt.

(ii) Deadline-techniek :

Er wordt een laatste datum aangekondigd tot welke een product of een aanbieding beschikbaar is. Het doel is om mensen te laten 'haasten' en de aankoop te doen voordat ze de zeldzame kans missen. Het is waarschijnlijker dat mensen een product onder deze deadline-voorwaarde kopen dan wanneer een dergelijke deadline niet bestaat.

(iii) Techniek met de deur in het gezicht:

Hier begin je met een groot verzoek en wanneer dit wordt geweigerd, wordt er een kleiner verzoek gedaan, het verzoek dat eigenlijk werd gewenst, wat meestal door de persoon wordt toegestaan.

6. Wat zijn de bepalende factoren voor samenwerking en concurrentie?

Ans.De bepalende factoren voor samenwerking en concurrentie zijn de volgende:

(i) Beloningsstructuur:

Samenwerkende beloning is er een waarin er onderlinge afhankelijkheid is en beloning alleen mogelijk is als alle bijdragen. Een competitieve beloningsstructuur is er een waarin alleen een beloning te krijgen is

(ii) Interpersoonlijke communicatie:

Goede interpersoonlijke communicatie vergemakkelijkt samenwerking die op zijn beurt interactie en discussie mogelijk maakt,

(iii) Wederkerigheid:

Samenwerking kan meer samenwerking aanmoedigen, terwijl concurrentie meer concurrentie oplevert.