6 Belangrijke beperkingen van de Plato-theorie

Dit artikel werpt licht op de zes belangrijkste beperkingen van Plato's theorie.

1. Plato heeft de mensen ingedeeld in drie klassen volgens aangeboren vermogens.

Dat is in tegenspraak met de menselijke psychologie. Er zijn verschillende klassen mensen omdat elk individu verschilt van anderen. Dit is psychologisch verantwoord.

2. De maatschappij is gestratificeerd in drie starre klassen. Het belemmert de sociale vooruitgang. Vanuit sociaal oogpunt is deze gelaagdheid niet houdbaar.

3. Onderwijs was bedoeld voor de hogere en vrije tijdklasse. Hij behoorde zelf tot de hogere lagen. De gewone mensen en de handarbeiders waren verstoken van onderwijs. Dit is ondemocratisch. Klassebewustzijn was in die tijd erg dominant. Plato werd sterk beïnvloed door dit klassenbewustzijn.

4. Onderwijs besteedde geen aandacht aan roeping. Plato bepleitte onderwijs voor cultuur. Hij ontwikkelde een cultureel en liberaal onderwijsplan. 'Liber betekent boek. Vandaar dat vrijzinnig onderwijs een vorm van educatief onderwijs is. Boeken werden beschouwd als het hoogste product van menselijk talent en ervaring. Landbouw en industrie werden volledig verwaarloosd in het plan van Plato voor culturele educatie.

5. Ieder individu moet de samenleving dienen volgens zijn beste capaciteiten en capaciteiten. Maar Plato liet niet zien hoe iemand zijn theoretische kennis in de praktijk moest toepassen. Hoewel Plato zelf een groot denker en een filosoof was, nam hij niet deel aan de staats- of sociale activiteiten van de dag.

Hij weigerde het gouverneurschap van Syracuse. Hij liet niet zien hoe kennis die via de dialectische methode werd verkregen, op de praktijk kon worden toegepast.

6. Ons mentale leven bestaat uit drie elementen - emotioneel, intellectueel en wilsonbekwaam. Plato legde alleen de nadruk op het intellectuele aspect van de geest. Kennis is verenigd, een organisch geheel. Connectief of motiefaspect is - erg belangrijk in ons gedrag.

De bron van actie is binnen het individu. Plato is er niet in geslaagd om de wisselwerking tussen geestelijke en intellectuele aspecten te realiseren. Ondanks deze beperkingen in het opleidingsplan van Plato wordt hij beschouwd als de grootste democratische opvoeder van de wereld.