Handelscyclus: 4 fasen van handelscyclus - besproken!

De vier belangrijke kenmerken van Trade Cycle zijn (i) Herstel, (ii) Boom, (iii) Recessie en (iv) Depressie!

De handelscyclus of conjunctuurcyclus zijn cyclische fluctuaties van een economie. Een volledige handelscyclus kent vier fasen: (i) Herstel, (ii) Boom, (iii) Recessie en (iv) depressie. De opwaartse fase van een handelscyclus of welvaart is verdeeld in twee fasen: herstel en bloei, en de neerwaartse fase van een handelscyclus is ook verdeeld in twee fasen: recessie en depressie.

Fasen van handelscyclus:

De fasen van de handelscyclus worden uitgelegd met een diagram:

(1) Herstel:

In de beginperiode van het herstel verhogen ondernemers het investeringsniveau, wat op zijn beurt de werkgelegenheid en het inkomen doet toenemen. Werkgelegenheid vergroot de koopkracht en dit leidt tot een toename van de vraag naar consumptiegoederen.

Als gevolg hiervan zal de vraag naar goederen op hun aanbod drukken en zal het daardoor tot prijsstijgingen leiden. De vraag naar goederen van de consument zal de vraag naar producten van de producent stimuleren.

De prijsstijging is afhankelijk van de draagtijd van de investering. Hoe langer de investeringsperiode, hoe hoger de prijsstijging. De prijsstijging zal een verandering in de inkomensverdeling teweegbrengen. Huur, lonen, rente stijgen niet in dezelfde verhouding als prijzen.

Bijgevolg verbetert de winstmarge. De groothandelsprijzen stijgen meer dan de retailprijzen. De prijzen van grondstoffen stijgen sterker dan de prijzen van halffabricaten en de prijzen van halffabrikaten gebruiken meer dan de prijzen van gereed product.

(2) Boom:

Het investeringspercentage neemt nog verder toe. Door de verspreiding van een golf van optimisme in het bedrijfsleven neemt het productieniveau toe en komt de boom in een stroomversnelling. Meer investeringen zijn alleen mogelijk door het creëren van kredieten. Tijdens een periode van hoogconjunctuur overtreft de economie het niveau van volledige werkgelegenheid en komt ze in een fase van volledige werkgelegenheid.

(3) Recessie:

De orders voor grondstoffen worden verminderd bij het begin van een recessie. Het investeringsniveau in de goederenindustrie van de producenten en de woningbouw neemt af. De liquiditeitsvoorkeur stijgt in de samenleving en door een inkrimping van de geldhoeveelheid dalen de prijzen. Een golf van pessimisme verspreidt zich in het bedrijfsleven en die markten die zich ergens voordien bevonden, worden nu kopersmarkten.

(4) Depressie:

Het belangrijkste kenmerk van een depressie is een algemene daling van de economische activiteit. Productie, werkgelegenheid en inkomensafname. De prijzen dalen en de belangrijkste factor die ervoor verantwoordelijk is, is een daling van de koopkracht.

De verdeling van de veranderingen in het nationale inkomen. Omdat de kosten star zijn, daalt de winstmarge. Machines worden niet volledig gebruikt in fabrieken, omdat de effectieve vraag veel minder is. De prijzen van eindproducten dalen minder dan de prijzen van grondstoffen.