Veiligheidsmaatregelen voor werknemers die in industrieën werken

Veiligheidsmaatregelen voor werknemers die in de industrie werken!

De term veiligheidsmaatregelen betekent het leveren van apparaten, apparatuur of andere methoden die de veiligheid waarborgen, bijv. De aanwezigheid van een beschermkap die een roterend deel van een machine ondersteunt, en brandblussers, enz. De veiligheidsprocedure heeft betrekking op de te volgen methoden voor het minimaliseren van ongelukken, bijv. van dubbele bediening. Bij het ontwerpen van een elektrische installatie, dat wil zeggen een lokale en andere afstandsbediening om dubbele veiligheid te garanderen.

Veiligheidsmaatregelen:

(1) Ontwerp van fabrieksgebouwen:

Deze moeten omvatten:

(i) Juiste verlichtings- en ventilatievoorzieningen.

(ii) Juiste controle van bovenloopkranen.

(iii) Gepaste aandacht voor scherpe bochten, zware hellingen en onnodige stappen.

(iv) Beschikbaarheid van nooduitgangen.

(v) Voldoende controle over elektrische installatie moet beschikbaar zijn.

(vi) EHBO-regeling in verschillende winkels.

(2) Veiligheid tegen machine-ongelukken:

De volgende bepalingen moeten worden gemaakt:

(i) Gevaarlijke onderdelen moeten tijdens het gebruik buiten bereik zijn.

(ii) Sommige bewakers zijn ingebouwd in een permanente behuizing, terwijl sommige zijn aangesloten op afdelingen.

(iii) Machines of hun onderdelen moeten worden omheind als het niet mogelijk is om veilige bewakers te voorzien.

(iv) Alle boilers en andere drukvaten moeten in goede / goede staat worden gehouden. Veiligheidskleppen, manometers en watermeters etc. moeten regelmatig worden onderzocht.

(v) Kranen, takels en liften, enz. moeten van een degelijke constructie zijn. Ze moeten periodiek worden getest.

(vi) Reparatiewerk aan machines die moeten worden vermeden tijdens het besturen van machines.

(vii) Alle riemen, tandwielen, vliegwielen en katrollen, enz. moeten worden afgedekt met geschikte afschermingen.

(3) Veiligheid tegen brand:

Volgende maatregelen moeten worden genomen.

(i) Er moet een toereikende bepaling van passages en exits worden gemaakt.

(ii) De deuren moeten naar buiten komen.

(iii) Er moeten adequate waarschuwingssignalen worden verstrekt.

(iv) Brandblussers moeten op geschikte plaatsen worden bewaard.

(v) Opslaan van explosieven (indien nodig opslaan).

(vi) Opleiding in brandbestrijding moet aan alle werknemers worden gegeven.

(4) Preventie van elektrische ongevallen:

Om elektrische ongevallen te voorkomen, moeten de volgende maatregelen worden genomen:

(i) Isoleer alle elektrische apparatuur, bedradingstoestellen en bedieningselementen en deze moeten periodiek worden getest.

(ii) Alle metalen afdekkingen op elektrische machines of besturingsapparatuur moeten op de juiste wijze geaard zijn.

(iii) Ondergrondse kabels / draden moeten beschermd zijn tegen mechanische schade of blootstelling aan overmatig vocht.

(iv) Elke geleider in het leven moet beginnen met een veiligheidszekering.

(v) De CTC-blussers moeten duidelijk worden gemarkeerd.

(vi) Reparatiewerkzaamheden moeten worden gestart nadat de stroom is uitgeschakeld.

(vii) Gebruik veiligheidsuitrusting zoals geïsoleerde gereedschappen, rubberen handschoenen, enz. wanneer dat nodig is.