10 ingrediënten voor het bouwen van een succesvol team voor kwaliteitsverbetering

Tien ingrediënten voor het bouwen van een succesvol team voor kwaliteitsverbetering zijn de volgende:

Teambenaderingen hebben adequate planning nodig. Een zekere periode van onderzoek, reflectie en zoeken naar een ziel is nodig voordat je in een teaminitiatief stapt. Sommige bedrijven kunnen de verkeerde soort teams vormen voor een specifieke taak in een haast. Managers moeten de doelen, doelstellingen en cultuur van hun organisatie onderzoeken om de bereidheid te evalueren om teamgebaseerde initiatieven te ontwikkelen en te ondersteunen.

Afbeelding met dank aan: blog.synergita.com/wp-content/uploads/2013/09/successful-team-building.jpg

De meeste organisaties hebben baat bij het instellen van een stuurgroep bestaande uit een groep geïnteresseerde, geëngageerde lijn- en stafmanagers samen met een vakbondsvertegenwoordiger als er een unie bestaat. De stuurgroep stelt een eerste beleid en procedures vast en kiest een persoon of personen als facilitator. Als werknemers ervoor kiezen om zich bij het team aan te sluiten, krijgen ze voorafgaand aan of tijdens de eerste paar groepsbijeenkomsten 8 tot 16 uur aan initiële of gelijktijdige training.

Gewoonlijk zal de begeleider of groepsleider de training uitvoeren. Teams leren om brainstorm- en probleemoplossende tools te gebruiken, evenals vaardigheden in presentatietechnieken, groepsleiderschap en motivatie.

Tien ingrediënten voor een succesvol team voor kwaliteitsverbetering zijn:

(i) Duidelijkheid in teamdoelen

(ii) Een verbeterplan

(iii) duidelijk gedefinieerde rollen

(iv) Duidelijke communicatie

(v) Effectief teamgedrag

(vi) Goed gedefinieerde besluitvormingsprocedures

(vii) Evenwichtige deelname

(viii) Gevestigde grondregels

(ix) Bewustwording van groepsproces en

(x) Gebruik van de wetenschappelijke benadering.

Zelfbeheerde teams (SMT's) vormen de grootste uitdaging omdat de teams bevoegd zijn:

(i) Een werkeenheid creëren die verantwoordelijk is voor een hele taak

(ii) Specifieke metingen van de output van de werkeenheden

(iii) Het ontwerpen van banen met meerdere vaardigheden

(iv) Het creëren van interne management- en coördinatietaken

(v) Het creëren van grensbeheerstaken

(vi) Toegang tot informatie en

(vii) Het opzetten van ondersteuningssystemen.