Factoren die van invloed zijn op de keuze van technieken in de economie

De keuze van geschikte technologie in onderontwikkelde landen is een moeilijke klus. Het is niet mogelijk om een ​​uniform patroon van technologie voor te stellen voor alle onderontwikkelde landen. Ze verschillen sterk van elkaar met betrekking tot factoren als schenkingen, inkomensniveau en kapitaalvorming, demografische patronen, institutionele regelingen en het stadium van economische ontwikkeling.

Daarom is het mogelijk om een ​​bepaalde afweging te maken, waarmee rekening moet worden gehouden bij het kiezen van technologie in een land. De volgende factoren zijn de belangrijkste die de keuze van de techniek beïnvloeden.

(1) Doel van ontwikkeling:

Het doel van ontwikkeling is een essentiële bepalende factor voor de keuze van de techniek.

Er kunnen verschillende ontwikkelingsdoelen zijn, zoals:

(i) Maximering van werkgelegenheid,

(ii) Maximalisatie van investeringen

(iii) maximalisatie van de output tegen de laagst mogelijke kosten,

(iv) vrijheid van afhankelijkheid van andere landen, enz. Al deze doelstellingen beïnvloeden de keuze van de techniek. Als het doel van ontwikkeling bijvoorbeeld maximalisering van de werkgelegenheid is en geen afhankelijkheid van andere landen, moet arbeidsintensieve technologie worden toegepast. Integendeel, als de overheid voorstander is van externe hulp en de productie wil maximaliseren tegen de laagst mogelijke kosten, moet de kapitaalintensieve techniek de voorkeur krijgen.

(2) Versterking van de factoren:

De heersende factorwaarde in een land bepaalt het type technologie dat geschikt is voor dat land. Als het land een overvloed aan arbeid en schaarste aan kapitaal heeft, dan moeten arbeidsintensieve productietechnieken worden toegepast. Aan de andere kant zijn arbeidsbesparende en kapitaalintensieve technieken in geval van arbeidsschaarste en kapitaalrijke economieën het meest geschikt. Het type factorentoekenning in een land is dus een belangrijke overweging bij de keuze van technologie.

(3) Technologisch niveau al bereikt:

Het heersende technologieniveau vormt de basis waarop verdere technologische veranderingen kunnen plaatsvinden. Nieuwe technologie moet worden ondersteund door de bestaande technologie en alleen dat type technologie verdient de voorkeur, wat kan worden ondersteund door het technologische niveau dat al door het land is bereikt. Abrupte veranderingen in technologie zijn niet in het belang van de economie.

(4) Beschikbare middelen:

De technologische ontwikkeling in een land wordt grotendeels bepaald door de beschikbaarheid van middelen voor een dergelijke ontwikkeling. De belangrijkste bron die nodig is voor technologische ontwikkeling is kapitaal, vaardigheden, organisatie en natuurlijke hulpbronnen. De beschikbaarheid van al deze inputs bepaalt in hoge mate de mate waarin experimenten in nieuwe organisatievormen kunnen worden ondernomen. Een al te ambitieus programma van technologische verandering zal alleen maar leiden tot verspilling van productiemiddelen van het land. Daarom moet de technologie in overeenstemming zijn met de beschikbaarheid van de noodzakelijke ingangen.

(5) institutionele structuur:

Het institutionele kader in een land bepaalt ook het type technologie dat door het land moet worden aangenomen. Economische, politieke en sociale instellingen bepalen samen met de bekwaamheid van het volk het technologische niveau in een land. Het sociale systeem in een land kan rigide zijn om technologische veranderingen niet toe te staan. Onder deze omstandigheden moeten sociale en institutionele veranderingen voorafgaan aan technologische verandering.

(6) Beschikbaarheid van infrastructuur:

Bij het kiezen van de techniek moet ook rekening worden gehouden met de bestaande infrastructuur bestaande uit transport-, communicatie-, stroom- en gerelateerde faciliteiten in het land. Dergelijke technieken verdienen de voorkeur die compatibel zijn met de bestaande infrastructuur van het land. Uitbreiding van infrastructurele voorzieningen is niet mogelijk gedurende korte perioden. Daarom moet in de beginfase van groei een arbeidsintensieve techniek worden toegepast. Naarmate infrastructurele voorzieningen worden uitgebreid, kan worden overgeschakeld op steeds kapitaalintensievere productietechnieken.