De vergelijking tussen verschillende marktstructuren

Laten we nu de verschillende marktstructuren vergelijken op basis van:

(I) Mate van prijscontrole

(II) Aard van de vraagcurve

(III) Invloed op activiteiten van andere bedrijven

(IV) Algemene vergelijking

(I) Mate van prijsbeheersing:

ik. Perfecte competitie:

Een onderneming onder Perfecte concurrentie is een prijsnemer, dwz een individuele onderneming heeft geen controle over de prijs en moet de prijs accepteren zoals bepaald door de marktkrachten van vraag en aanbod.

ii. Monopoly:

Een monopolist is een prijsmaker, dwz een bedrijf heeft volledige controle over de prijs en bepaalt zijn eigen prijs.

iii. Monopolistische concurrentie:

Een onderneming onder monopolistische concurrentie heeft gedeeltelijke controle over de prijs, dat wil zeggen dat elk bedrijf noch een prijsnemer noch een prijsmaker is. Een individueel bedrijf kan de prijs beïnvloeden door een gedifferentieerd beeld van zijn product te creëren door middel van hoge verkoopkosten.

iv. oligopolie:

Een onderneming onder oligopolie volgt het beleid van prijsrigiditeit. Hoewel, het bedrijf kan de prijzen beïnvloeden, maar het houdt zich liever aan zijn prijzen om een ​​prijzenoorlog te voorkomen.

(II) Aard van de vraagcurve:

ik. Perfecte competitie:

De vraagcurve voor een perfect concurrerende onderneming is perfect elastisch omdat ze de prijs moet accepteren die wordt vastgesteld door de marktkrachten van vraag en aanbod.

ii. Monopoly:

Het monopoliebedrijf staat voor een neerwaartse vraagcurve, omdat meer hoeveelheden alleen tegen een lagere prijs kunnen worden verkocht.

iii. Monopolistische concurrentie:

Het bedrijf onder monopolistische concurrentie wordt ook geconfronteerd met een neerwaartse vraagcurve omdat meer hoeveelheden alleen tegen een lagere prijs kunnen worden verkocht. De vraagcurve is echter elastischer in vergelijking met de vraagcurve onder monopolie vanwege de aanwezigheid van nabije substituten.

iv. oligopolie:

De vraagcurve voor een oligopoliebedrijf is onbepaald, dwz dat deze niet nauwkeurig kan worden getrokken omdat het exacte gedragspatroon van een producent niet met zekerheid kan worden vastgesteld.

(III) Invloed op activiteiten van andere bedrijven:

ik. Perfecte competitie:

Elk bedrijf is zo klein dat zijn gedrag geen invloed heeft op de beslissingen van andere bedrijven die op de markt actief zijn.

ii. Monopoly:

Er is slechts één bedrijf in de branche. Daarom is de kwestie van de reactie van andere bedrijven niet aan de orde, maw monopolist heeft volledige controle over de sector.

iii. Monopolistische concurrentie:

Er zijn veel bedrijven en het gedrag van elke onderneming heeft minder impact op activiteiten van andere bedrijven.

iv. oligopolie:

Er zijn maar weinig bedrijven en het gedrag van elke onderneming heeft een aanzienlijk effect op de activiteiten van andere bedrijven.

(IV) Algemene vergelijking:

Basis Perfecte competitie Monopoly Monopolistische concurrentie oligopolie
1. Aantal verkopers Zeer groot aantal verkopers Enkele verkoper Groot aantal verkopers Weinig grote verkopers
2. Aard van het product Homogene producten Geen nabije substituten Nauw verwante maar gedifferentieerde producten Producten zijn homogeen onder Pure Oligopoly en gedifferentieerd onder Differentiated Oligopoly
3. Entry en Exit van bedrijven Vrijheid van binnenkomst en vertrek Het betreden van nieuwe bedrijven en het verlaten van oude bedrijven is beperkt Vrijheid van binnenkomst en vertrek Beperkingen op toegang van nieuwe bedrijven
4. Vraagcurve Perfect elastische vraagcurve Neerwaarts hellende vraagcurve (minder elastisch) Neerwaarts hellende vraag (maar meer elastisch) Onbepaalde vraagcurve
5. Prijs Uniforme prijs, aangezien elk bedrijf een prijsnemer is Firma is een prijsmaker. Dus prijsdiscriminatie is mogelijk. Een bedrijf heeft een gedeeltelijke controle over de prijs als gevolg van productdifferentiatie. Prijsrigiditeit vanwege angst voor prijzenoorlog
6. Verkoopkosten Er worden geen verkoopkosten gemaakt Alleen informatieve verkoopkosten zijn gemaakt Hoge verkoopkosten worden uitgegeven Enorme verkoopkosten zijn gemaakt
7. Kennisniveau Perfecte kennis Imperfecte kennis Imperfecte kennis Imperfecte kennis