Soorten weerstand lasprocessen

Dit artikel werpt licht op de twee belangrijkste soorten weerstandslasprocessen. De typen zijn: 1. Weerstandspunt Puntlassen 2. Weerstand Naadlassen.

Type # Resistance Spot Welding:

Bij het weerstandspuntlasproces worden overlappende platen gelast door de stroom van stroom tussen twee cilindrische elektroden. Dit proces werd voor het eerst geïntroduceerd in de industrie tussen 1900 en 1905 en het vindt nu uitgebreid gebruik in verschillende industrieën.

De belangrijkste apparatuur voor puntlassen is de puntlasmachine, die bestaat uit een trapsgewijze transformator, een tijdbesturingseenheid en een paar elektroden van een koperlegering. Omdat spanning geen rol speelt bij weerstandlassen, wordt het daarom laag gehouden tussen 5 tot 25 volt, maar de stroom is meestal zwaar (100-50.000 A) maar stroomt slechts een korte tijd (0 06 tot 3 seconden). Het toepassen van druk om smederij tussen de twee vellen te bereiken, is een essentieel aspect van het proces.

Er zijn twee hoofdtypen puntlasmachines, namelijk het type tuimelaar en het type pers. De eerste is geschikt voor dunnere secties, terwijl de laatste meer geschikt is voor platen. Fig. 2.18 toont een puntlasapparaat van het tuimelarmtype samen met een puntgelast paar vellen. Alle zware machines zijn voorzien van watergekoelde elektroden.

Puntlassen wordt hoofdzakelijk gebruikt voor laplassen van dunne platen, in het bijzonder bij het lassen van auto- en koelkastlichamen, en voor werk van hoge kwaliteit in vliegtuigmotoren.

Type # Weerstand Naadlassen:

Puntlassen is normaal niet bedoeld voor het maken van lekvrije lassen. Wanneer puntlassen in een overlappende reeks worden gemaakt, resulteert dit echter in een continue las die lekvrij is. Zo'n las heet 'stitch weld'. Om stiklassen op hogere snelheden te produceren, wordt een proces genaamd naadlassen gebruikt.

Bij naadlassen zijn de gebruikte elektroden in de vorm van wielen of rollen en worden stiknaden met een overlapping van 25 tot 50% geproduceerd. Vanwege het rangeren van stroom door de reeds gemaakte las, is de vereiste stroom hoger dan bij normaal puntlassen. Er wordt druk uitgeoefend om het metaal op de juiste manier in een nugget te smelten zoals bij puntlassen.

Naadlassen als een continue proceselektrode wordt oververhit en moet daarom constant worden gekoeld. Het koelen van wielelektroden wordt nogal vaak extern uitgevoerd door de invallende waterstralen. Dit maakt de installatie en bediening rommelig. Fig. 2.19 toont een naadlasinstallatie en het type las dat het produceert.

Wanneer puntlassen worden gemaakt met behulp van een naadlasmachine, staan ​​ze bekend als 'rollassen'.

Naadlassen is alleen mogelijk om dunne materialen te lassen met een metaaldikte tussen 2-50 tot 4-75 mm en ook voor materialen met een lage hardbaarheid, zoals warmgewalste soorten laaggelegeerde staalsoorten. Het proces wordt vaak gebruikt voor het maken van flenslassen en lekvrije verbindingen voor watertanks.