Korte aantekeningen over het Autocratisch-democratische Continuümmodel

Onder contingentietheorieën is dit vrij primitief. Als autocratisch en democratisch gedrag slechts als twee extreme posities zou worden beschouwd, zou dit correct een gedragstheorie genoemd worden. Ze zijn slechts twee van de vele posities langs een continuüm.

Afbeelding met dank aan: staffingpowerusa.files.wordpress.com/2012/09/shutterstock_2666132.jpg

Aan het ene uiteinde neemt de leider de beslissing, vertelt zijn ondergeschikten en verwacht van hen dat besluit uit te voeren.

Aan het andere uiterste deelt de leider volledig zijn beslissingsmacht met zijn ondergeschikten. Tussen deze twee uitersten zijn er een aantal leiderschapsstijlen en de gekozen specifieke stijl hangt af van de krachten in de leider zelf en de situatie.

Dit continuüm wordt gezien als een nulsomspel, omdat je de andere verliest en omgekeerd.

Een contingentiebenadering erkent dat noch het democratische noch het autocratische uiterste effectief is in alle situaties. Het Fiedler-model beschouwt de situationele kenmerken vollediger.