Algemene suggesties om docenten te begeleiden bij het gebruik van educatieve apparaten

Enkele algemene suggesties om docenten te begeleiden bij het gebruik van educatieve apparaten zijn als volgt:

1. De instructie of het systeem van het gebruik van educatieve apparaten moet goed worden gepland door de leraar. De docent moet alle onderwijsinstrumenten correct geclassificeerd en klaar voor constant gebruik hebben. Wanneer een aantal materialen moet worden gebruikt, moeten ze op de juiste manier worden geplaatst, zodat ze allemaal in de normale volgorde worden gebruikt.

Afbeelding met dank aan: peerinstruction.files.wordpress.com/2013/05/pi-in-action.jpg

2. De lesmiddelen zouden een belangrijk doel moeten dienen, dat goed is ingeburgerd. De leraar moet duidelijk zien dat er behoefte is aan instructieve assistentie en vervolgens een concreet apparaat selecteren dat de leerling daadwerkelijk helpt zijn zwakte te overwinnen.

3. De leraar zou oordeelkundig een lesapparaat moeten gebruiken. Te veel apparaten die in één keer worden gebruikt, kunnen eerder verwarren met de verlichting van de leerlingen. Niettemin is het beter om overmatig gebruik te gebruiken dan om een ​​apparaat te onderbenut om een ​​idee of punt te verduidelijken.

4. De leraar moet er zeker van zijn dat de lesmiddelen in het zicht zijn van alle leden van de klas. Apparaten moeten groot genoeg zijn, goed gekleurd en geplaatst waar ze voor iedereen zichtbaar kunnen zijn.

5. De leraar moet verschillende soorten apparaten gebruiken. In andere aspecten van lesgeven, vermindert verscheidenheid, monotonie en dient om de aandacht te stimuleren en te behouden.

6. De leraar moet in gedachten houden dat apparaten niet nodig zijn bij alle soorten van leren, behalve wanneer de leraar bezig is met een deel saaie leerlingen. De leraar moet eerst de onderwijssituatie analyseren om de behoefte aan apparaten te bepalen. De educatieve waarden moeten eerst worden bestudeerd voordat apparaten worden gebruikt.

7. De leraar mag apparaten niet beschouwen als een substituut voor lesmethode of -methode. Ze moeten worden gebruikt om een ​​methode of procedure aan te vullen. Het intelligente gebruik van apparaten in combinatie met goede onderwijsprocedures helpen de groeiende concepten te perfectioneren.

8. De leraar zou apparaten niet als een doel in zichzelf moeten beschouwen, maar als een middel om een ​​doel te bereiken. Een apparaat, of het nu gaat om lezen, rekenen, sociale studies of natuurlijke studies, is slechts een instrument waarmee de leraar het leerproces eenvoudig en overzichtelijk maakt.

9. De leraar moet in gedachten houden dat geen enkel apparaat effectief is voor alle soorten van leren en in alle situaties. Apparaten zijn slechts eenvoudige manieren om de elementaire principes van individuele verschillen tot uitdrukking te brengen. De leerkracht moet onthouden dat situaties verschillen en dat leerlingen verschillen; Daarom moeten apparaten geschikt zijn voor specifieke situaties en gelegenheden.

10. De leraar zou apparaten niet als loutere trucs moeten gebruiken. Apparaten mogen niet worden gebruikt met als hoofddoel de kinderen te vermaken. Ze moeten worden gebruikt om het initiatief van de leerling uit te dagen.