Continuïteit betrokken bij het cultureel oriëntatie-model van Hofstede

Om de culturele diversiteit te waarderen, wordt het cultuuroriëntatiemodel van Hofstede als een van de beste modellen beschouwd. Prof. Geert Hofstede is een Nederlandse onderzoeker en auteur van Culture's Consequences. In zijn boek werkte dr. Hofstede zijn baanbrekende studie uit van IBM-dochterondernemingen in vijftig landen. In feite legde zijn werk de basis voor het vakgebied van vergelijkend management. Dit model heeft vijf continuums.

1. Individuele versus collectieve oriëntatie:

Op dit niveau is gedrag adequaat gereguleerd.

2. Power-afstand oriëntatie:

Het verklaart de mate waarin minder machtige partijen de bestaande verdeling van macht accepteren en de mate waarin de naleving van formele kanalen wordt gehandhaafd.

3. Onzekerheid-vermijden oriëntatie:

Het is de mate waarin werknemers worden bedreigd door ambiguïteit, en het relatieve belang voor werknemers van regels, langdurige tewerkstelling en gestage progressie via goed gedefinieerde carrièreladders.

4. Dominante waarden oriëntatie:

Dominante waarden zoals assertiviteit, monetaire focus, goed gedefinieerde genderrollen, formele structuur, focus op kwaliteit van relaties en werkplezier en flexibiliteit worden in dit continuüm behandeld.

5. Oriëntatie op korte en lange termijn:

Via dit continuüm begrijpen we het gebruikte tijdsbestek, kortetermijn (met meer neiging tot consumptie, gezichtsverlies door bij te houden) versus langetermijn (waarbij status-gebaseerde relaties, spaarzaamheid, uitgestelde gratificaties enz. Worden behouden). Heel vaak debatteren we over hoe crossculturele invloed ons kan overhalen om HR-beleid en beloningssystemen opnieuw te ontwerpen. Dergelijke trends beïnvloeden een organisatie om opnieuw te ontwerpen, meer bepaald in hun benadering van teamoriëntatie. Bijvoorbeeld, de theorie van Z management combineert Amerikaanse en Japanse managementfilosofieën.

Het volgende is nodig voor een bedrijf om over te schakelen naar een 'teamcultuur':

een. Gemeenschappelijke en consistente doelen

b. Organisatorische betrokkenheid

c. Rol duidelijkheid onder teamleden

d. Team leiderschap

e. Wederzijdse verantwoordelijkheid met het team

f. Aanvullende kennis en vaardigheden

g. Versterking van vereiste gedragscompetenties

h. Vermogen (reëel en waargenomen)

ik. Gedeelde beloningen