Landbouwproducten: granen, dranken en vezelgewassen

Er zijn drie goed gedefinieerde landbouwproducten, deze zijn:

1. Granen omvatten rijst, tarwe, maïs, rogge, haver, gerst, sorghum, enz.

2. Dranken omvatten thee, koffie, cacao, tabak, enz.

3. Vezelgewassen omvatten katoen, jute, hennep, sisal, enz.

Afgezien van deze zijn er bepaalde commerciële gewassen, zoals suikerriet, suikerbiet, rubber, fruit en groenten, enz.

Een graangewas is een verzamelnaam voor alle soorten grasachtige planten met zetmeelrijke eetbare zaden. De meest voorkomende granen zijn rijst, tarwe, maïs, gerst, rogge, haver, gierst en sorghum. Sinds het begin van de geschiedenis hebben granen het basisdieet van de mensheid gevormd. Granen dragen vanaf het begin bij aan de menselijke energie, zelfs vanaf de prehistorische periode.

'S Werelds vroegste beschavingen zoals China, India en Egypte waren allemaal gebaseerd op vruchtbare alluviale bekkens waar granen gemakkelijk kunnen worden verbouwd. In het begin van de menselijke geschiedenis leverden voedselgranen, als granen, voedsel voor mannen en voer voor vee. In het verleden, toen de bevolkingsdruk niet zo groot was, moest elk land zelfvoorzienend zijn in de productie van granen.

Maar daarna veranderde de situatie en nu produceren sommige landen grote overschotten aan granen, terwijl andere hun tekort hebben. Deze situatie heeft geleid tot de internationale handel in granen. De productie van granen zoals elk ander gewas wordt bepaald door geografische factoren; daarom is het essentieel om deze factoren samen met hun ruimtelijke distributie en productie te bespreken.