4 principes van kwaliteit van de arbeid: door Hartick en Maccoby

Enkele van de principes van kwaliteit van het beroepsleven, geformuleerd door Hartick en Maccoby, zijn: 1. Principe van veiligheid 2. Principe van gelijkheid 3. Principe van individualiteit en 4. Democratieprincipe.

1. Principe van beveiliging:

Het veranderende personeelsbestand van kenniswerkers verwacht meer dan alleen geld uit hun werk.

Jobbeveiliging staat bovenaan de lijst. Het moderne tijdperk wordt snel een tijdperk van tweeverdieners, waar beide echtgenoten werken. Zulke werknemers hebben meer flexibiliteit nodig op bepaalde gebieden, zoals werktijden, verlof, compensatie, enz. Een werknemer die vrij is van de angst voor verlies van werkgelegenheid, draagt ​​meer waarde aan een organisatie.

2. Principe van het eigen vermogen:

Volgens de wet bepaalt het billijkheidsbeginsel dat er geen onderscheid of discriminatie tussen de eigenaars, het management en de werknemers bestaat. Er zou een eerlijke beloning voor hen allemaal moeten zijn. De winst van het bedrijf moet worden gedeeld tussen de eigenaren en werknemers in de verhouding van de bijdrage die door elk van hen wordt geleverd.

3. Principe van individualiteit:

Individualiteit verwijst naar vrijheid en antonomie die werknemers worden toegestaan ​​bij het bepalen van hun eigen werktempo, methodologie en het ontwerpen van volgorde van bewerkingen van de baan. Het principe van individualiteit bepaalt dus dat elke individuele werknemer gemotiveerd moet zijn om gebruik te maken van zijn bestaande capaciteiten en ook wordt aangemoedigd om zijn competentie tot het maximale niveau te ontwikkelen.

4. Democratiebeginsel:

Dit principe houdt in dat er een democratische omgeving op de werkplek moet zijn. De werkgevers moeten bepaalde rechten hebben, zoals het recht op persoonlijke privacy, vrijheid van meningsuiting, enz. De deelname van werknemers aan het management is een aanwijzing voor de democratische organisatie van een organisatie.