Programma's voor het terugdringen van armoede aangekondigd door Indira Gandhi (1975)

Indira Gandhi kondigde dit programma in juli 1975 aan voor het terugdringen van armoede en economische uitbuiting en voor het verbeteren van de zwakkere delen van de samenleving.

De vijf belangrijke doelen van dit programma waren:

(a) Beheersing van de inflatie,

(b) een impuls geven aan de productie,

(c) Welzijn van de plattelandsbevolking,

(d) Leenhulp voor de stedelijke middenklasse, en

(e) Beheersing van sociale misdrijven.

De programma's in het 20-punten programma waren: toename van irrigatie-faciliteiten, toename van programma's voor werkgelegenheid op het platteland, verdeling van overtollig land, minimumlonen aan landloze arbeiders, rehabilitatie van gebonden arbeid, verhoging van de geplande kasten en de geplande stammen, groei van huisvestingsfaciliteiten, toenemende stroomproductie, het formuleren van nieuwe programma's voor gezinsplanning, boomplantage, uitbreiding van basisgezondheidsvoorzieningen, programma's voor het welzijn van vrouwen en kinderen, maatregelen voor het basisonderwijs effectiever maken, versterking van het openbare distributiesysteem, vereenvoudiging van het industriebeleid, controle over zwart geld, verbetering van drinkwaterfaciliteiten en ontwikkeling van interne hulpbronnen.

Het 20-puntenprogramma werd stopgezet met de regeringswisseling, toen de Janata-partij de regerende partij in het centrum werd. In januari 1982 werd het programma echter opnieuw geïmplementeerd met een herzien formaat. Het herziene programma omvatte onder andere een versneld tempo van de plattelandsontwikkeling en een directe aanval op armoede op het platteland, naast specifieke schema's voor de opheffing van de geplande kasten en de geplande stammen.

In het licht van de ervaring die is opgedaan in de periode van het zesde plan (1980-85), werd het 20-puntenprogramma beperkt en herzien in augustus 1986. Dit geherstructureerde programma was gericht op het uitbannen van armoede, het verhogen van de productiviteit, het verminderen van inkomensongelijkheid, het verwijderen van sociale en economische omstandigheden. ongelijkheden en verbetering van de kwaliteit van het leven.

Het 20-puntsprogramma in het geherstructureerde plan van 1986 bevat de volgende verbintenissen: aanval op armoede op het platteland, strategie voor landbouw met regenwater, beter gebruik van irrigatiewater, grotere oogsten, handhaving van landhervormingen, speciale programma's voor arbeid op het platteland, schoon drinkwater, gezondheid voor iedereen, norm voor twee kinderen, uitbreiding van het onderwijs, rechtvaardigheid op geplande kasten en geplande stammen, gelijkheid voor vrouwen, nieuwe kansen voor jongeren, huisvesting voor mensen, verbetering van sloppenwijken, nieuwe strategie voor bosbouw, bescherming van het milieu, aandacht voor consument, energie voor dorpen en een responsieve administratie. Het feit dat de plattelandsbevolking en de armen in de steden ontevreden zijn en zich vandaag meer gefrustreerd voelen, wijst op het falen van het 20-puntenprogramma om aan zijn verplichtingen te voldoen.