Methoden van training: praktijkmethode en off-the-job-methoden

Methoden van training: on-the-job trainingsmethode en off-the-job-methoden!

Management development is een systematisch proces van groei en ontwikkeling waarmee de managers hun capaciteiten ontwikkelen om te beheren. Het gaat niet alleen om het verbeteren van de prestaties van managers, maar ook om kansen voor groei en ontwikkeling.

Er zijn twee methoden waarmee managers hun kennis en vaardigheden kunnen verbeteren. De ene is door formele training en de andere is door werkervaringen. Tijdens het werk is training erg belangrijk, omdat echt leren alleen plaatsvindt wanneer men oefent wat ze hebben bestudeerd.

Maar het is ook net zo belangrijk om kennis te vergaren door het leren van een klaslokaal. Leren wordt alleen vruchtbaar als theorie wordt gecombineerd met oefenen. Daarom kunnen de werkmethoden worden gecompenseerd met methoden voor klassikale training (off-the-job-methoden).

1. Methoden voor training op de werkplek (OJT):

Dit is de meest gebruikelijke manier van trainen waarbij een stagiair op een specifieke taak wordt geplaatst en de vaardigheden en kennis leert die nodig zijn om het uit te voeren.

De voordelen van OJT zijn als volgt:

1. On the job-methode is een flexibele methode.

2. Het is een minder dure methode.

3. De stagiair is zeer gemotiveerd en aangemoedigd om te leren.

4. Veel regelingen voor de training zijn niet vereist.

On-the-job trainingsmethoden zijn als volgt:

1. Functierotatie:

Deze trainingsmethode omvat de verplaatsing van stagiair van de ene naar de andere baan om kennis en ervaring op te doen met verschillende taakopdrachten. Deze methode helpt de stagiair de problemen van andere werknemers te begrijpen.

2. Coaching:

Bij deze methode wordt de stagiair geplaatst onder een bepaalde supervisor die fungeert als coach in training en feedback geeft aan de stagiair. Soms krijgt de stagiair misschien geen gelegenheid om zijn ideeën te uiten.

3. Taakinstructies:

Ook bekend als stapsgewijze training waarin de trainer de manier beschrijft om de banen aan de stagiair uit te voeren en in geval van fouten de stagiair corrigeert.

4. Commissieopdrachten:

Een groep stagiairs wordt gevraagd om een ​​bepaald organisatorisch probleem op te lossen door het probleem te bespreken. Dit helpt het teamwerk te verbeteren.

5. Stage training:

Volgens deze methode worden instructies aan de cursisten gegeven door middel van theoretische en praktische aspecten. Meestal ontvangen studenten van de technische en commerciële hogescholen dit soort training voor een kleine toelage.

2. Off-the-job methoden:

On the job training methoden hebben hun eigen beperkingen, en om de algehele ontwikkeling van off-the-job werknemers training kan ook worden bijgebracht. De trainingsmethoden die worden gebruikt voor de ontwikkeling van werknemers buiten het werkterrein worden 'off-the-job'-methoden genoemd.

De volgende zijn enkele van de off-the-job-technieken:

1. Gevalstudiemethode:

Meestal behandelt de case study elk probleem waarmee een bedrijf wordt geconfronteerd dat door een werknemer kan worden opgelost. De stagiair krijgt de gelegenheid om de zaak te analyseren en naar buiten te komen met alle mogelijke oplossingen. Deze methode kan het analytisch en kritisch denken van een medewerker verbeteren.

2. Incidentmethode:

Incidenten worden voorbereid op basis van feitelijke situaties die zich in verschillende organisaties hebben voorgedaan en elke medewerker in de trainingsgroep wordt gevraagd beslissingen te nemen alsof het een echte situatie is. Later bespreekt de hele groep het incident en neemt beslissingen met betrekking tot het incident op basis van individuele en groepsbeslissingen.

3. Rollenspel:

In dit geval wordt ook een probleemsituatie gesimuleerd waarin de werknemer wordt gevraagd de rol van een bepaalde persoon in de situatie op zich te nemen. De deelnemer communiceert met andere deelnemers en neemt verschillende rollen aan. Het hele stuk wordt opgenomen en de stagiair krijgt de gelegenheid om zijn eigen spel te bekijken.

4. In-basket methode:

De werknemers krijgen informatie over een denkbeeldig bedrijf, haar activiteiten en producten, HR-personeel en alle gegevens met betrekking tot het bedrijf. De stagiair (werknemer in opleiding) moet aantekeningen maken, taken delegeren en schema's opstellen binnen een bepaalde tijd. Dit kan situationele oordelen en snelle besluitvormingvaardigheden van werknemers ontwikkelen.

5. Bedrijfsspellen:

Volgens deze methode worden de cursisten verdeeld in groepen en moet elke groep discussiëren over verschillende activiteiten en functies van een imaginaire organisatie. Ze bespreken en beslissen over verschillende onderwerpen zoals productie, promotie, prijsstelling etc. Dit resulteert in een coöperatief besluitvormingsproces.

6. Nettraining:

Het is een continu en gefaseerd programma dat zes jaar duurt. Het omvat fasen van planning van ontwikkeling, implementatie en evaluatie. Het raster houdt rekening met parameters zoals zorg voor mensen en zorg voor mensen.

7. Lezingen:

Dit zal een geschikte methode zijn wanneer het aantal stagiairs vrij groot is. Hoorcolleges kunnen heel goed helpen bij het uitleggen van de concepten en principes, en face-to-face interactie is heel goed mogelijk.

8. Simulatie:

Onder deze methode wordt een denkbeeldige situatie gecreëerd en worden stagiairs gevraagd om ernaar te handelen. Voor bijvoorbeeld het aannemen van de rol van een marketingmanager die de marketingproblemen oplost of een nieuwe strategie maakt, enz.

9. Managementonderwijs:

Op dit moment leggen universiteiten en managementinstituten veel nadruk op managementeducatie. Voor bijvoorbeeld, Mumbai University is begonnen met bachelors en postdoctorale graad in Management. Veel managementinstituten bieden niet alleen graden, maar ook praktische ervaring met samenwerking met zakelijke belangen.

10. Conferenties:

Een vergadering van meerdere personen om een ​​onderwerp te bespreken, heet conferentie. Elke deelnemer draagt ​​bij door verschillende kwesties met betrekking tot het onderwerp te analyseren en te bespreken. Iedereen kan zijn eigen gezichtspunt uiten.