Hoogtepunten van de wet op de bescherming van het milieu

Hoogtepunten van de milieubeschermingswet!

De Environment Act is de belangrijkste wet in het kader van milieubeheer en werd in 1986 aangenomen door het parlement. Deze wet is geïnspireerd op de 'International Conference on Human Environment' in 1972 in Stockholm (Zweden). in het jaar 1986 in Bhopal.

Het strekt zich uit tot heel India. Het wordt van kracht op de datum waarop het Rijk door middel van kennisgeving in het Staatsblad kan benoemen en verschillende data kunnen worden aangewezen voor verschillende bepalingen van deze Wet en voor verschillende gebieden.

Bevoegdheid van de centrale overheid om maatregelen te nemen om het milieu te beschermen en te verbeteren:

1. Behoudens de bepalingen van deze Akte, is het Rijk bevoegd om alle maatregelen te treffen die het noodzakelijk of opportuun acht voor het beschermen en verbeteren van de kwaliteit van het milieu en het voorkomen van beheersing en bestrijding van milieuverontreiniging.

2. In het bijzonder, en onverminderd de algemeenheid van de bepalingen van onderafdeling (1), kunnen dergelijke maatregelen maatregelen omvatten met betrekking tot alle of een van de volgende aangelegenheden, namelijk:

(i) Coördinatie van acties door de deelstaatregeringen, functionarissen en andere autoriteiten:

een. Volgens deze wet, of de regels die daaronder zijn gemaakt, of

b. Onder een andere wet die voorlopig van kracht is en die betrekking heeft op de doelstellingen van deze wet;

(ii) Planning en uitvoering van een nationaal programma voor de preventie, beheersing en bestrijding van milieuvervuiling;

(iii) Het vaststellen van normen voor de kwaliteit van het milieu in zijn verschillende aspecten;

(iv) Het vaststellen van normen voor emissie of lozing van milieuverontreinigende stoffen uit verschillende bronnen, op voorwaarde dat verschillende normen voor emissie of lozing op grond van deze clausule uit verschillende bronnen kunnen worden vastgesteld met betrekking tot de kwaliteit of samenstelling van de emissie of lozing van milieuverontreinigende stoffen van dergelijke bronnen;

(v) Beperking van gebieden waar industrieën, activiteiten of processen of klasse van industrieën, operaties of processen niet worden uitgevoerd of zullen worden uitgevoerd met inachtneming van bepaalde waarborgen;

(vi) Vaststelling van procedures en waarborgen voor de preventie van ongevallen die milieuvervuiling kunnen veroorzaken en herstelmaatregelen voor dergelijke ongevallen;

(vii) Vaststellen van procedures en waarborgen voor de behandeling van gevaarlijke stoffen;

(viii) Onderzoek van dergelijke fabricageprocessen, materialen en stoffen die waarschijnlijk milieuvervuiling veroorzaken;

(ix) Uitvoeren en sponsoren van onderzoeken en onderzoek met betrekking tot problemen van milieuverontreiniging;

(x) Inspectie van gebouwen, installaties, uitrusting, machines, fabricage- of andere processen, materialen of stoffen en het geven, in opdracht, van dergelijke aanwijzingen aan dergelijke autoriteiten, functionarissen of personen die het noodzakelijk acht om preventieve maatregelen te treffen, beheersing en bestrijding van milieuvervuiling;

(xi) oprichting of erkenning van milieulaboratoria en instituten voor het uitvoeren van de taken die zijn toevertrouwd aan dergelijke milieulaboratoria en instituten krachtens deze wet;

(xii) Verzameling en verspreiding van informatie met betrekking tot aangelegenheden met betrekking tot milieuverontreiniging;

(xiii) Het opstellen van handleidingen, codes of handleidingen met betrekking tot de preventie, beheersing en bestrijding van milieuvervuiling;

(xiv) Zulke andere zaken als de Centrale Regering noodzakelijk of opportuun acht om de effectieve uitvoering van de bepalingen van deze Wet te verzekeren.

3. Het Rijk kan, indien het zulks voor de toepassing van deze wet nodig of nuttig acht, bij bestelling, gepubliceerd in het Staatsblad, een autoriteit of autoriteiten vormen met zodanige naam of namen als in de bestelling is bepaald met het oog op het uitoefenen en uitvoeren van dergelijke bevoegdheden en functies van het Rijk onder deze Wet en voor het nemen van maatregelen met betrekking tot dergelijke zaken.