Associatie van Zuidoost-Aziatische staten (ASEAN 1967)

In 1967 werd de ASEAN (de Associatie van Zuidoost-Aziatische Naties) georganiseerd door Indonesië, Maleisië, de Filippijnen, Singapore en Thailand. In 1984 Brunei, in 1995 Vietnam, in juli 1997 Laos en Myanmar (Birma), en in 1999 Cambodja bij de ASEAN. India, Japan en China zijn dialoogpartners en regionale partners van ASEAN. India wil nu lid worden van deze regionale functionele organisatie.

(A) Doelstellingen

ASEAN is een niet-militaire en niet-veilige economische en culturele regionale vereniging van de Zuidoost-Aziatische lidstaten.

De belangrijkste doelstellingen zijn:

(i) versnellen van economische groei, culturele ontwikkeling en sociale vooruitgang in de regio,

(ii) bevordering van vrede en stabiliteit in de regio,

(iii) bevordering van actieve samenwerking en wederzijdse bijstand bij aangelegenheden van gemeenschappelijke belangen op verschillende gebieden,

(iv) bevorderen van onderlinge samenwerking en hulp bij het bieden van opleidings- en onderzoeksfaciliteiten aan hun mensen;

(v) bevordering van Zuidoost-Aziatische studies;

(vi) samenwerken bij de ontwikkeling van landbouw, handel en industrie; en

(vii) het onderhouden van nauwe en nuttige samenwerking met bestaande internationale en regionale organisaties met vergelijkbare doelstellingen.

(B) Organisatiestructuur:

De organisatiestructuur van de ASEAN bestaat uit de ministeriële conferentie, het permanent comité, het secretariaat en een aantal permanente en ad-hoccomités. De ministeriële conferentie bestaat uit de ministers van Buitenlandse Zaken van de lidstaten. De Conferentie houdt periodiek overleg over verschillende zaken van wederzijdse belangen.

Het Vast Comité vergadert wanneer en wanneer nodig en tussen de vergadering van de conferentie, houdt het overleg tussen leden. Het bestaat uit de minister van Buitenlandse Zaken van het gastland waar de vergadering wordt gehouden en de ambassadeurs van andere lidstaten.

De vergaderingen worden in alle landen afwisselend gehouden. In 1976 werd een secretariaat aan zijn organisatie toegevoegd. Het hoofdkantoor bevindt zich in Jakarta, dat zorgt voor de administratieve zaken van de ASEAN. Verder heeft de ASEAN negen permanente en acht ad-hoccomités.

De ASEAN speelt een zeer nuttige rol bij het bevorderen van samenwerking en bij het veiligstellen van de samenwerking tussen de lidstaten. Het ontwikkelt zich snel tot een afzonderlijke regionale entiteit in internationale relaties. Het is een goed voorbeeld van economische en sociale samenwerking tussen de Zuidoost-Aziatische landen.

De oprichting van SAARC (de Zuid-Aziatische Associatie voor Regionale Samenwerking), waarbij India, Pakistan, Bangladesh, Sri Lanka, Nepal, Bhutan en de Malediven betrokken zijn, wordt beslist beïnvloed door de ASEAN. Onlangs hebben de leden van de ASEAN verschillende belangrijke en nuttige stappen ondernomen om haar werking te stimuleren. Het machinepark is verfijnd en het wordt nu snel ontwikkeld tot een functionele regionale organisatie die aandacht verdient als een model voor regionale samenwerking voor ontwikkeling.

Op 8 augustus 1997 voltooide de ASEAN dertig jaar van zijn bestaan ​​als een regionale vereniging voor het bevorderen van sociaal-economische samenwerking voor de ontwikkeling van zijn leden. Het probeert zich te ontwikkelen als een sterke en geïntegreerde regionale associatie. Het heeft haar leden in staat gesteld om een ​​economische groei van ongeveer 7 tot 8 procent te bereiken.

Het probeert nu de infrastructuur te versterken voor het uitvoeren van een gezamenlijk programma voor ontwikkeling in de regio's Zuidoost-Azië en Indo-China. Het probeert hard om een ​​leidende rol te blijven spelen in dit tijdperk van toenemende concurrentie en globalisering.

ASEAN fungeert momenteel als een belangrijk, actief en nuttig agentschap voor regionale samenwerking voor ontwikkeling tussen de lidstaten. Human Resources, infrastructuur en informatietechnologie zijn de drie gebieden waarop de ASEAN-landen nu hun samenwerking proberen te vergroten. De ASEAN-leden hebben geprobeerd om op alle niveaus meer samenwerking tot stand te brengen voor de bestrijding van transnationale misdaden zoals piraterij, terrorisme, illegale migratie, drugshandel, cybercriminaliteit en andere.