5 basistypes van verbindingen bij het lassen (met diagrammen)

Er zijn vijf basistypen verbindingen die algemeen worden gebruikt voor laslassen (booglassen en gaslassen). Deze verbindingen zijn: 1. Lap Joint 2. Butt Joint 3. Corner Joint 4. T-Joint 5. Edge Joint.

Type # 1. Lap Joint:

De heupgewricht wordt verkregen door de twee platen te overlappen en de randen van de platen te lassen. Het wordt gebruikt om de platen met een dikte van 3 mm of minder te verbinden. De heupgewricht kan een enkele dwars-, dubbele transversale en parallelle overlapping zijn, zoals getoond in Fig. 7.18.

Type # 2. Stootnaad:

De stootverbinding wordt verkregen door de twee platen in hetzelfde vlak tegen elkaar te drukken en de randen of uiteinden van de platen te lassen. Het wordt gebruikt om de platen met een dikte van 3 tot 12 mm te verbinden. Platen met een dikte van minder dan 5 mm vereisen geen afschuining van randen, terwijl platen met een dikte tussen 5 en 12 mm moeten worden afgeschuind tot een enkele, V, enkele of dubbele U- of J-groef. De stootvoeg kan vierkant zijn, single-V, double-V, single-U, double-U, single-J, double-J etc., zoals getoond in Fig. 7.20.

Type # 3. Hoekverbinding:

De verbinding wordt verkregen door de randen van twee platen met elkaar te verbinden waarvan de oppervlakken 90 ° ten opzichte van elkaar zijn. Deze verbinding wordt gebruikt voor dunne en dikke plaatmaterialen. De hoekverbinding wordt getoond in Fig.7.21.

Type # 4. T-verbinding:

De T-verbinding wordt verkregen door twee platen samen te voegen waarvan de oppervlakken ongeveer in een rechte hoek ten opzichte van elkaar staan. Deze verbinding is geschikt voor platen met een dikte tot 3 mm. Voor meer dikte, moet aan beide kanten worden gelast. Het wordt over het algemeen gebruikt om van stands, verstijvers in boogboten, etc. te komen. Het T-gewricht wordt getoond in Fig. 7.21.

Type # 5. Randverbinding:

De randverbinding wordt verkregen door twee parallelle platen samen te voegen. Deze verbinding wordt economisch gebruikt voor platen met een dikte van minder dan 6 mm. Het is niet geschikt voor zware belasting onderhevig aan spanning en buiging. Dit wordt meestal gebruikt voor onbelangrijk werk en plaatwerk. De randverbinding wordt getoond in Fig. 7.21.